Borchmolen Kessenich

 

 

 

 



Naam: Borchmolen of Kasteelmolen (1447)

Type: Onderslag watermolen, korenmolen

Waterloop: Itterbeek

Lokatie: Kasteelstraat 19 Kessenich (Kinrooi) De molen ligt op de grens met Nederland.

Route: De molen ligt vlak bij knooppunt 20

Voorzieningen:

Molenaar: geen

Bezichtiging: Op aanvraag

Telefoon: +32 89 572570 (B.Frantzen)


Beschrijving:

Op de Itterbeek staan vier watermolens dicht bij elkaar: De Borchmolen was de bovenste van de vier. De andere molen waren de Armenmolen te Neeritter, de Schousmolen te Ittervoort, en de Kraekermolen te Thorn. Tussen de bovenste en de benedenste molen bedroeg het verval slechts 4,8 meter, zodat ze elkaar flink bij het stuwen en malen hinderden. Omstreeks 1950 werden alle molens stilgelegd maar de Borgmolen, Armenmolen en Schouwsmolen bestaan ook nog.


Op een steenworp van de grens ligt de Borghmolen, die vroeger met de boerderijen en landerijen tot het nabij gelegen kasteel Borghitter behoorden.

Deze banmolen voor “half het land van Kessenich en Kinrooi” zou dateren van voor 1447. De grond voor deze datering is gelegen in de akte van grensscheiding tussen Kessenich en Neeritter. In deze akte uit 1447 staat onder meer vermeld: “ende soo voorts rechts over tot den Gasthuiskamp die ligt in die Heerlyckheyt van Itteren; van danne voort gelijck over die beecke, soo voorts tot Jonkers Arnolds molen totten huyse toe.” Met dit “huyse” is het kasteel bedoeld Volgens sommige auteurs zou dit echter ook de Armenmolen kunnen betreffen en zou de Borchmolen pas na 1530 zijn gesticht.

Ze molen fungeerde als banmolen. Deze was lange tijd in het bezit van de familie Van Waes, Heren van Kessenich. Vanaf 1804 kwam kasteel en molen in bezit van een Nederlandse eigenaar, en wel mr. Henricus Josephes baron Michiels van Kessenich (1770-1825), lid van de familie Michiels. Later traden ook leden van de familie Van Nispen tot Sevenaer aan als eigenaar. Daarna volgden nog een aantal anderen. Zij verpachtten de molen aan diverse molenaars, maar in 1950 werd de molen stilgelegd. In 1976 werd de Itterbeek verlegd, waardoor de watertoevoer naar de molen definitief onvoldoende werd.

Het waterrad is van ijzer, naar ontwerp van Jean-Victor Poncelet, met evolvente schoepen, waarmee een rendement van 70% kon worden behaald. Het binnenwerk is nog aanwezig met twee koppels blauwe stenen en een koppel kunstenen. Om de molen maalvaardig te maken zou de Itterbeek weer in haar oorspronkelijke bedding gelegd moeten worden en er zijn plannen om dit te verwezenlijken.