Een storm werd de Smeetsmolen fataal
Erg veel is er over de Smeetsmolen niet bekend. Toch vinden we in het gemeentelijk archief een oproep van het Weerter stadsbestuur dat iedereen die bezwaar heeft tegen de bouw van de molen zich op 27 april 1858 in de loop van de ochtend in het gemeentehuis kan melden. Blijkbaar maakte weinig mensen bezwaar want de bouwvergunning werd verleend en de molen werd in 1858/1895 gebouwd. De Smeetsmolen was een opvallend grote stenen beltmolen langs de Zuid Willemsvaart en gebouwd door Antoon Nijsen. De molen deed dienst als graan-, schors- en oliemolen. Deze drievoudige functie van de molen is naderhand in de erg fors constructie van de molen terug te vinden geweest. De molen stond op zo’n 150 meter van de (nog altijd bestaande) Sint Odamolen. Nog geen twintig jaar later verkocht Nijsen de molen door aan ene Jacobus Nies en Maria Geertrui Nies uit Maasbree.Bij een boedelscheiding in 1903 werd Jacobs Nies enig eigenaar van de molen, woonhuis en het erf.
In 1908 was de molen eigendom van Louis Smeets. Deze molenaar pleegde allerlei investeringen in de molen om het rendement van de molen te vergroten. Zo werd er een zuiggasmotor geplaatst om ook op windstille dagen of dagen met storm te kunnen malen met een door de zuiggasmotor aangedreven maalkoppel. De molen had een houten as en een houten gevlucht bestaande uit borstroeden. Bij dit type roeden, dat uit drie delen bestaat, is het middenstuk, de borst, door de askop gestoken en aan beide uiteinden zijn de twee wieken bevestigd. In het midden van de jaren twintig werd de molen voorzien van een ijzeren as en roeden en zelfzwichting op de wieken.
Deze investering bleek niet erg gelukkig. Zo waren de roeden 3,5 meter te kort, de oude roeden maten ruim 25 meter, waardoor de molen sterk aan kracht inleverde en bovendien was het moeilijk om de wieken vast te leggen. Uiteindelijk bleek dat de molen noodlottig te worden. Tijdens een storm in de nacht van 12 op 13 januari 1930 kruide de molen doordat hij niet stevig vastlag, een halve slag om en sloeg op hol. Uiteindelijk verloor de molen, mede als gevolg van de zelfzwichting, die nacht het gevlucht.
Daarna werd de molen, mede ook door de slechte economische situatie in de crisistijd, niet meer herbouwd. In april 1930 werden bruikbare onderdelen van de Smeetsmolen al te koop aangeboden. In 1938/1939 werd tenslotte de molenromp afgebroken.
De ijzeren molenas verhuisde na de sloop naar een wind- en watermolen in Maasniel. Van de twee ijzeren roeden werd er een gebruikt bij molen De Windlust in Roeven(Nederweert) en een bij molen De Volhaarding in Leveroy.

Nog een oude foto met daarop zelfs drie molens. Het Weerter Kinderdijk. De voorste molen is de nog bestaande Sint Odamolen, rechts naast de Odamolen heel klein de Wilhelmus-Hubertus en daarnaast de verdwenen Smeetsmolen.