Clercxmolen

De plaats van de vroegere Clercxmolen op de stadsplattegrond van Weert anno 2014

De plaats van de vroegere Clercxmolen op de stadsplattegrond van Weert anno 2014

Molen met de ongemeen dikke muren

Clercx molen

Clercx molen

Johannes, Jacobus van Aeken, leerlooier van beroep, is de vermoedelijke bouwer van de molen die later bekend werd in Weert als de Clercxmolen Op den Drees, de huidige Stationsstraat. De molen is waarschijnlijk tussen 1817 en 1820 gebouwd. Dat is de tijd waarin ook de stadswallen rond de binnenstad van Weert gesloopt werden. Er zijn aanwijzingen dat materiaal uit de stadswallen gebruikt is bij de bouw van de molen. In ieder geval staat in oude stukken beschreven dat de molen ‘ongemeen dikke muren’ had.

 

Dat de molen zo fors van constructie was kwam vermoedelijk doordat de molen verschillende functies had: schors- of looimolen, pelmolen, oliemolen en graanmolen.

Ook is er sprake van dat de molen een van stenen gemetselde belt had zoals we die in deze streek verder alleen kennen van de Sint Josephmolen van Kreyel. Bewijzen voor die bewering zijn er echter niet te vinden terwijl foto’s van de molen een aarden belt laten zien.

Erg veel meer informatie is er over de geschiedenis van deze koren- en run- of schorsmolen (nog) niet bekend.

Wel is de Clercxmolen waarschijnlijk de allereerste uit steen opgetrokken stadsbeltmolen van Weert. De andere stenen stadskorenmolens, de Boonesmolen (1855) en de Smeetsmolen (1859) werden pas jaren later gebouwd.

De Clerkxmolen met op de achtergrond de toren van de Martinuskerk.

De Clerkxmolen met op de achtergrond de toren van de Martinuskerk.

De Clercxmolen was een graan- en run- of schorsmolen. Dat betekent dat er naast het malen van graan op de molen ook schors van eikenbomen werd fijngemalen. Van Aeken was een leerlooier en het op de molen gemalen schors werd gebruikt vanwege het hoge gehalte aan looistof bij het maken van leder in de leerlooierijen. Weert telde rond het midden van de negentiende eeuw liefst vijf leerlooierijen zodat er veel vraag naar gemalen schors was. Later kreeg de molen ook een koppel maalstenen voor het malen van graan en een set kantstenen voor het persen van lijnzaad tot olie.

In 1864 werd molenaar Hermanus Clercx eigenaar van de molen. Van deze molenaar kreeg de molen in de volksmond ook de naam Clercxmolen. In 1908 werd molenaar Clercx opgevolgd door molenaar en graanhandelaar Constant Janssens.

Janssens heeft niet lang gedraaid en gemalen op de molen Op den Drees want al drie jaar later kocht molenaarsknecht Toon Tindemans (Sint Antoniusmolen van Laar) delen van de Clercxmolen om die te gebruiken bij de bouw van de Sint Annamolen van Keent.

In 1911 werd de Clercxmolen definitief gesloopt. Vermoedelijk om plaats te maken voor de aanleg van een nieuwe verbindingsweg van het nieuwe stationsgebouw van de spoorwegen richting Weerter binnenstad.

Sloop van de Clercxmolen in 1911

Sloop van de Clercxmolen in 1911

Onderdelen van de molen zijn na de sloop gebruikt bij de bouw van de molen van Keent. In deze molen die in 1911/1912 werd gebouwd in opdracht van Toon Timmermans is nog te zien dat het gaande werk aangepast is om toch in de kleinere Keenter molen geplaatst te kunnen worden.

De Clercxmolen had op de molen een advertentie voor Wertha Bier.

De Clercxmolen had op de molen een advertentie voor Wertha Bier.

Vastleggen in volledig scherm 25-4-2014 105616.bmp