
De Boonesmolen vrijliggend in het agrarische buitengebied van Weert Zuid.
De Boonesmolen (molen van Boonen), ook wel aangeduidt als Bonesmolen of Bonusmolen, werd in 1855 gebouwd als koren- pel- en oliemolen. De molen was van 1863 tot en met 1927 eigendom van de landbouwersfamilie Boonen waar de molen ook de naam aan ontleent.
De molen stond vroeger echt aan de rand van de stad en had een uitstekende windvang vooral uit het Zuiden en Westen over het open agrarische landschap van Keent.

Een foto van de Boonesmolen achter het NS station van Weert. Op het spoor wacht een militair transport van Engelse tanks.
De molen stond jarenlang direct naast de spoorlijn Antwerpen-Weert-Roermond. Dus was de molen voor treinreizigers richting Roermond een goede bekende, een herkenningspunt onderweg richting zuiden. Mogelijk was daarom de Boonesmolen ook zo uitbundig van reclameboodschappen voorzien. De bouw van het nieuwe spoorwegstation in Weert voor de verhoogde spoorlijn Eindhoven-Weert-Roermond omstreeks 1912/1913 was er de directe oorzaak van dat de windvang van de molen fors verslechterde. Want dit nieuwe stationsgebouw en het nieuwe veel grotere stationsemplacement kwam op een hoge spoordijk te liggen.
In de crisisjaren had ook de molenaar van de Boonesmolen het niet makkelijk. Om toch voldoende te kunnen maken, werd het maalloon verlaagd. In de hoop dat daardoor meer landbouwers hun veldvruchten bij molenaar Meuwis zouden brengen.
Toen de stad Weert na de oorlogsjaren van WO II verder groeide en ook in de buurt van de Boonesmolen steeds meer huizen werden gebouwd, verslechterde de windvang nog verder. De molenaar moest steeds meer zeil gaan voeren om met de molen nog op wind te kunnen malen.

De oprukkende woonbebouwing als gevolg van de groei van Weert dwong de molenaar steeds meer zeil te voeren.
Waarschijnlijk was die zware zeilvoering er ook de oorzaak van dat de as van de molen brak tijdens een storm op 9 februari 1949. Dit luidde het eind van de molen in. Herstel van de molen was economisch onverantwoord. Bijna 20 jaar stond de molen er troosteloos en in 1968 begon de demontage van de molen met het verwijderen van de kap. Onderdelen van de molen werden daarna gebruikt voor de herbouw van een molen in het Brabantse Borkel en Schaft. Het kruiwerk is hergebruikt voor de molen van De Visscher in Goirle en bij de Sint Antoniusmolen van Weert-Laar kreeg een koppel Jaspers kunststenen een nieuwe bestemming. In de jaren zeventig van de vorige eeuw maakte men in Weert zich druk over de staat waarin de molen er bij stond. Zelfs in de lokale pers werden wat suggesties gedaan voor herbestemming zoals blijkt uit Stadsblad Op de Keper van 1974.
In 2010 werd door Molenstichting Weerterland voor de molenromp van de Boonesmolen de voorlopige status van gemeentelijk monument aangevraagd en verkregen.
Nu, anno 2014, resteert van deze molen enkel nog het molenlichaam. Alle plannen voor herbestemming van de molenromp zijn tot nu toe op niets uitgelopen.